Laredo
Het concept van de albergue is een beetje moeilijk voor me. Ik ben nogal graag op mezelf, en dat gaat gewoon niet. En oudere Spanjaarden snurken nu eenmaal.
Om 7:30, als de hele albergue al in gang is geschoten, regel ik snel mijn dingen en ga op weg. Al gauw word ik ingehaald door Josi, een jonge Zwitser die er de pas in heeft. Er ontstaat een gesprek en al gauw loop ik net zo snel als hij. Ontzettend mooi om zo even kort een inkijk in levens te krijgen. Gisteren had ik een gesprek met Kate, een Australische veertiger met een mooi leven, maar ook een enorme onrust en eenzaamheid. Josi daarentegen kreeg een schandvlek mee: zijn streng katholieke familie verzweeg de gevangenisstraf en zelfmoord van opa. Het leidde tot een depressie en werkloosheid, en een Camino vorig jaar en nu weer. Allemaal geen makkelijke verhalen tot nu toe, maar toch zijn het overwegend prettige, blije personen.
Wanneer de route splitst in twee varianten besluit ik de lange route te doen. Ik neem afscheid van Josi en strompel steeds dieper de bergen in onder een steeds fellere zon naar Laredo. Het was het waard, maar als ik daar aan kom ben ik kapot, en heb ik geen zin in een slaapzaal. Ik boek een hotel, neem de onbeschofte hotelier voor lief, en kom op adem. Ik eet vis en biefstuk aan een enorm breed strand met uitzicht op een door nevel omhelsd schiereiland.
Oh, en onderweg tref ik Rainer aan, praktisch in zijn ondergoed, vast van plan even een siësta te houden vlak naast een provinciale weg. Something else!
Spreuk van de dag: zoute sticks zijn je redding
Geef een reactie