La Isla
Het is 18 mei, dus ben ik mijn tiende dag ingegaan. De verschillende types herken ik nu wel: de sporters, de zwevers, de toeristen, de solisten, de pragmatici en de gezelligheidsdieren. Een maatschappij in het klein. Ik probeer niet te oordelen. Ieder zijn weg. Ik de mijne.
Ik hoor de verhalen aan. Rainer is weer opgedoken, met volop anekdotes over zijn zwerfjaren, en er is nu een jonge Amerikaan met een evenzo vlot verhaal. “The universe provides”, is zijn motto. Gisteren liep ik lang op met Christian, een gepensioneerde natuurkundeprofessor uit Frankrijk, met ook een heel eigen blik op de wereld.
Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat sommige mensen hun verhaal vooral ook aan zichzelf vertellen. Om de onrust te bezweren, om te bevestigen dat hun verhaal hout snijdt, dat men er mag zijn en dat men voldoet. Hoe meer het verhaal klopt, hoe zekerder men is, en hoe minder de neiging het steeds te moeten vertellen.
Wie ben ik? En hoe weet ik dat? In mijn gedachten zit een gat. Ik denk aan alles, maar nog niet echt aan de jaren met Lara. Dat verhaal is nog onvoldoende op orde. Ik kan het niet vertellen, ook niet aan mezelf. Het zij zo, het is blijkbaar voor later.
Nu wil ik vooral langzamer gaan, dieper het nu in. Mijn pas vertraagt. Ik blijf langer hangen op het strand onderweg, neem de dingen beter in me op. Ik observeer. Ik kies bewust de stilte, ook als ik met iemand oploop.
Spreuk van de dag: ook een eiland is te bereiken
Geef een reactie