Ontmoetingen op het pelgrimspad

In mei en juni 2015 liep ik twee weken solo de Camino del Norte, de kustroute naar Santiago de Compostella, op zoek naar avontuur en stilte. Ik wilde ervaren wat het met mij doet om uit de dagelijkse drukte te stappen en alleen onderweg te zijn, voor ik de rest van de tocht met mijn vriendin zou afmaken.

Onderweg kwam ik in aanraking met verschillende mensen, en sommigen maakten grote indruk. Ze leerden me waardevolle lessen, op een belangrijk moment in mijn leven, kleurden mijn pelgrimage met hun persoonlijke verhalen. Maak daarom kennis met…

Kristoff, 67 jaar, uit Toulouse (F)Christian

“Sorry, ik heb eigenlijk al een kamer geregeld, in Ribadesella”, antwoord ik op Kristoff’s dringende vraag of ik mee loop naar San Esteban. Onder zijn tropenhoedje zie ik de irritatie toeslaan. Ik speel natuurlijk ook een beetje vals, door vooruit te boeken. Acuut veinst hij een sanitaire stop, neemt bits afscheid en maant me vooral door te lopen. Bovenaan de helling gekomen kijk ik hem na, wachtend als een obstinaat kind, tot ik uit beeld ben.

Met zijn gedrongen, donkere gestalte, zijn kaki tropenpak en zijn inmiddels danig verweerde pelgrimstronie ziet Kristoff er uit als een stoffige professor op safari. Dat strookt ook met zijn beroep: als voormalige natuurkundedocent aan de Universiteit van Toulouse heeft Kristoff alle papieren om rol van verstrooide, in zichzelf gekeerde huis-tuin-en-keukenfilosoof te bekleden. En daarmee is hij in elke groep een makkelijke prooi.

Maar als je de tijd voor hem neemt blijkt hij ook prikkelend te kunnen vertellen. Kristoff heeft veel avonturen beleefd– hij is methodisch de wereld rond geweest, vanuit de overtuiging dat je aan het einde van je leven bepaalde dingen gedaan moet hebben en bepaalde plaatsen gezien moet hebben. Hij vertelt over een beroving in Buenos Aires, over de koeien in India, over de zwaarte van zijn beklimming van de Kilimanjaro. En nu loopt hij de Camino, omdat het een mondiaal fenomeen is dat nu eenmaal “nog op zijn lijstje stond”. Religieuze motivaties komen daar niet aan te pas: hij vindt geloven maar fantasie en dus onzin. Kristoff is duidelijk niet eenvoudig van zijn pad af te brengen.

In de rechtlijnigheid van Kristoff’s ‘afvinklijstje’ zit voor mij wel het boeiende van zijn persoon. Hij heeft zichzelf de opdracht gegeven ‘Santiago te doen’, maar uit zijn ergernis over mijn afhaken en zijn gedrag in de herbergen blijkt vooral dat hij op zoek is naar aansluiting, om zijn intense eenzaamheid te verjagen. En dan kan de camino hard zijn voor een pelgrim alleen: het vereist namelijk een sociale wendbaarheid die Kristoff ontbeert. En zo botst Kristoff ook met een type als ik, ook niet zo sociaal vaardig, maar hier met als belangrijkste motief juist het opzoeken van de eenzaamheid.

Playa Arenal de Moris (2)

Niets ten nadele van Kristoff, maar na een paar uur verlang ik stevig naar de stilte van de route en mijn eigen gedachten, naar mijn eigen weg. Morgen, zo neem ik me voor, loop ik alleen, langs lege stranden, waar ik in alle rust foto’s wil maken en stil staan, mijn hand boven mijn ogen, turend naar de horizon. Soms is een mooie plek en alle tijd voldoende.

Dat betekent niet dat ik een maand later niet trots mijn camino-ervaring afvink. Ik kan me namelijk best verplaatsen in de vele mensen die hier komen om een lijstje te vinken, een doel te verwezenlijken, zichzelf uit te dagen. Neem Kurt, de voorbij razende Tiroler die de camino vooral zag als een sportieve uitdaging en per dag dubbele afstanden maakten om zo snel mogelijk Santiago te bereiken. Of Mélodie, de jonge Canadese medicijnenstudente met haar brandende ambitie, die me vlakaf verklaarde dat het vooral goed stond op haar cv.

Prestatiedrang is nu eenmaal een belangrijke menselijke motivatie, en de motivaties achter een pelgrimage fascineren me. Omdat ze een boeiende inkijk in levens en gedachten geven, me aanzetten dieper te kijken naar mijn eigen drijfveren en me open te stellen voor wat de mensen op de route je te leren hebben. En dat voelt, voor mij, minstens zo waardevol als de stiltes van het pelgrimspad en mijn eigen weg.

Kate, 44 jaar, uit Perth (AUS)Kate DEF

Kate ontmoet ik op mijn eerste pelgrimsdag, in de albergue van Castro-Urdiales. Na een lange eerste dag word ik daar geconfronteerd met een springerige dame, voor een drukke luidruchtige herberg. Dansend in het gras, sprekend in een heerlijk Australisch Engels. Blauwe ogen, uit Brisbane, en met haar 44 jaar ouder dan haar blonde dreadlocks en bonte alternatieve kleding doen vermoeden. Ze komt net uit Peru, zegt ze, na een half jaar reizen en lesgeven in Zuid-Amerika met haar Madrileense vriend. Nu loopt ze de camino, alleen. Ze is gestart in Irun, wilde de route ten diepste beleven, en heeft daarom inmiddels al meer dan twee weken gedaan over de 160 kilometer naar Castro.

Ik vind haar meteen sympathiek, maar ben nog aan het bijkomen van de eerste indrukken, mijn gedachten nog vol met Nederlandse druktes. Ondanks de resulterende reserve vraagt ze me enthousiast mee eten. En boven een bord spaghetti vertelt ze me haar verhaal, open en oprecht.

Kate spreekt over haar familie – haar vader, een geslaagd internationaal ondernemer, haar succesvolle broer en zussen, de warmte thuis, maar ook de prestatiedrang. Alles was mogelijk, er was geld, tijd, steun, ze was intelligent genoeg. Wat ontbrak was richting: zo te horen had ze nooit geleerd te onderscheiden wat echt belangrijk voor haar was. En zo strompelde Kate door haar schooltijd, door haar carrière, door haar liefdesleven, met het gevoel dat ze niet voldeed aan de standaarden die haar impliciet voorgehouden waren.

Op 39-jarige leeftijd begint ze aan een universitaire opleiding pedagogiek, in de hoop hier wel een succes van te maken. De cijfers, de papers en het diploma gaven hoop. Maar de universitaire baan die ze ambieerde kwam maar niet. Dus besloot ze te gaan reizen. Haar vriend had ze in Argentinië ontmoet, maar ze twijfelde of de relatie stand ging houden. Ze twijfelde zelfs of ze wilde dat het stand hield. “I don’t think I’m relationship material”, zegt ze me, met tegelijkertijd opstandigheid als tristesse in haar stem.

Omdat het mijn eerste dag is deelt Kate haar pelgrimswijsheden met graagte. Deels is haar advies praktisch: na aankomst moet ik er altijd voor zorgen om eerst te douchen en dan te rusten. Het geeft haar duidelijk voldoening een nitwit als ik iets mee te geven. Ze drukt me daarnaast op het hart vooral te geven aan anderen, zonder iets terug te verwachten, en te accepteren wat er op mijn pad komt. Haar wandelethos is de totale openheid. Maar de voorbeelden en ervaringen die ze daarbij vertelt, laten mij een vrouw zien die haar weg niet vind, en die weg wanhopig probeert te vinden door zich steeds weer aan te sluiten bij een nieuwe groep, een andere pelgrim, bij een instituut als de camino, bij een hoopgevend idee van de toekomst. Kate mist de gele pijlen in haar leven, en dat raakt me. Misschien wel omdat ik me er in herken?

Kate is een doler, een vlinder. Ze leert me vooral iets over het tegenovergestelde van haar vrijgevigheid en mee dobberen met anderen: vasthouden aan je eigen weg.

20150509_125941

En dat is wat ik de dagen erna blijf doen. Ik zoek de stilte op, en de Norte geeft me de stilte terug. Ik haal mijn hart op aan de koelte en de zee en de rotsen. Ik geniet stilletjes van de zachte regen en het imposante uitzicht vanaf de hoge paden achter Pobeña, van de brede leegte van het strand van Laredo en de mist rond het schiereiland van Santoña. Op de Playa de Noja word ik overrompeld door de stilte van de plek, en voel ik me zo vrij en zo onbekeken dat ik mijn tranen kan laten vloeien. En de veelkleurige kliffen, de vergezichten en de verlatenheid van het strand voor Somo doen me alleen maar verlangen naar meer. Aankomen in Santander, een fletse, zenuwachtige stad, voelt als een onwelkome onderbreking – alleen op pad zijn, daar kwam ik voor. Daar ben ik in mijn element.

Josi, 26, uit Zürich (SUI)Josi DEF

Af en toe loop ik op met anderen, als ik daar de behoefte toe voel. Van al deze tijdelijke metgezellen springt Josi, een jonge Zwitser, er echt bovenuit. Josi, de wandelende gewonde, op zoek naar de helende kracht van de Jacobsweg. Maar ook: Josi, de meest echte en evenwichtige pelgrim die ik zal ontmoeten.

De hele albergue was die ochtend al vroeg in gang geschoten, en ik had besloten snel mijn dingen te regelen en op weg te gaan. De zon is net op, en ik wandel vanuit de kille dauw de prikkende zon in. Even later haalt Josi me in. Hij loopt sneller dan ik, maar er ontstaat een gesprek en al gauw loop ik net zo snel als hij.

Josi, zo vertelt hij, stamt uit een vroom katholieke familie. Van jongsaf aan merkt hij dat er zaken zijn waar niet over gesproken wordt, waar de oudere generatie zich diep voor schaamt. Josi stelt de vragen die kinderen stellen, over het verleden, over familieleden, en er is één persoon waar vaag over wordt gedaan: zijn grootvader. Josi is nieuwsgierig, maar het duurt dan nog jaren voordat hij via omwegen zelf de waarheid achterhaalt. Wat blijkt is dat zijn grootvader buiten zijn schuld in de gevangenis geraakt en vervolgens uitgestoten is door de familie en de gemeenschap. Hij pleegt uiteindelijk in eenzaamheid zelfmoord, waarmee de schande compleet is.

Josi worstelt met het lijdensverhaal van zijn opa. Het zwijgen en de schone schijn van zijn familie zitten hem dusdanig dwars, dat hij zich steeds meer een vreemde voelt in zijn omgeving. Hij raakt in een depressie, verliest zijn baan en wentelt zich in zijn gevoel van minderwaardigheid en angst. Totdat hij besluit de Camino te lopen. “Dat was vorig jaar. En misschien is de situatie in mijn leven sindsdien nog hetzelfde, IK ben veranderd. Ik kan meer aan dan ik dacht.” Josi vertelt dit met misschien wel de breedste grijns die ik ooit heb gezien.

20150510_184439

Wanneer de route zich splitst in twee varianten besluit ik het asfalt te mijden en de route door de bossen te nemen. Ik bedank Josi voor zijn gezelschap en zijn verhaal, wens hem een Buen Camino en strompel steeds dieper de bergen in onder een steeds fellere zon naar Laredo. Het is het waard, ook ik kan meer dan ik denk. Ik boek een hotel, neem de onbeschofte hotelier voor lief, en kom op adem. In de avondzon eet ik vis en biefstuk aan het brede strand van Laredo, met uitzicht op een door nevel omgeven schiereiland.

Rainer DEFWerner, 70 jaar uit Mainz (D)

Het kleurrijkste karakter op de Weg is ongetwijfeld Werner, een Duitse ‘Profipilger’. Ook Werner tref ik op de eerste avond in Castro, maar hij zou mijn pad nog vele keren kruisen. Werner ziet er uit als een wat verlopen versie van Gandalf, de tovenaar uit de Lord of the Rings: een lange baard, een lange wandelstok en een lange regenjas. Hij komt uit Koblenz en heeft zeven kinderen. Hij vertelt hoe hij ’s winters werkt in albergues in Frankrijk en Spanje, en tussendoor rondtrekt. Iets anders doet hij niet. Jezus heeft hem opgedragen om anderen op de route te helpen bij hun zoektocht naar God.

Al zeven jaar is hij onderweg. Zijn hele leven heeft hij geworsteld met het burgerleven, met de plichten en verantwoordelijkheden van werk en gezin. Hij is meerdere keren gescheiden en vertelt open over zijn crises en vluchtpogingen uit het burgermansbestaan. Als vijftig verliet hij bijvoorbeeld van de een op andere dag zijn jonge gezin, op zoek naar verlichting in de kloostergemeenschap op Mount Athos. Een jaar lang leefde hij daar, maar eenmaal thuis slaagde hij er nooit in de hervonden rust vast te houden.

Toen hij 63 was stond zijn besluit daarom vast. Hoe minder hij had des te gelukkiger hij was en hoe meer hij voor anderen kon betekenen. Zo kwam hij uit bij wat hij beschouwt als zijn authentieke zelf: de man die het voorbeeld van Jezus volgt.

20150517_105157 (2)

Maar wat is je ‘authentieke zelf’? Volgens mij is er altijd een keuze, en ik ben er niet helemaal uit wat ik van Werner en zijn verhaal vind. Ondertussen voel ik bij elke ontmoeting meer bewondering voor de ongebruikelijke weg die Werner gekozen heeft en de vanzelfsprekendheid die hij uitstraalt. En ik heb daarbij twee gedachten. Ten eerste: als alles fout loopt, dan is dit een vorm om te overleven. En ten tweede: ik begrijp eindelijk het ideaal van de eenvoud. Ook ik heb niet veel nodig.

Juliano DEFJuliano, 24 jaar, uit Miami (USA)

Het is Werner die ik als eerst in de verte zie opdoemen, wandelend door de regen, met een grote stellage boven op zijn rugzak. Waarschijnlijk om zijn kleren te drogen? Naast hem loopt een jonge gast met dreadlocks en vlugge gebaren. Ik groet Werner en we wisselen wat wetenswaardigheden uit terwijl we verder de heuvel op lopen. Juliano stelt zich aan me voor en voor ik het weet hebben we een gesprek over het sturen van je dromen en de animistische godsdiensten van de Amazone. Het zijn de spirituele onderwerpen die hem bezighouden, dat is duidelijk.

Juliano praat makkelijk en met iedereen. Hij is een kosmopolitische Amerikaan met Braziliaanse roots, goed opgeleid en waarschijnlijk net iets te glad voor de gemiddelde Europeaan. Ik voel het contrast met mijn ingebakken Hollandse nuchterheid, maar zijn enthousiasme werkt ook op mij aanstekelijk en met plezier praten en lopen we door.

Ook Juliano kom ik meerdere keren tegen onderweg. En het is elke keer een plezier, en elke keer een botsing van mentaliteiten. Als laatste op het vliegveld van La Coruña, waar hij honderduit verteld over de openbaring die hem ten deel viel tussen de vuurtorens bij Finistere. “Ik was alleen en voelde letterlijk een middeleeuwse pelgrim op weg naar het einde van de wereld. Alsof ik in een eerder leven was beland, zo echt, wow!”

Juliano gelooft in het goddelijke plan. “The Universe Provides”, dat is zijn levensmotto, en hij kan ontelbare voorvallen uit zijn leven vertellen waaruit blijkt dat zijn motto klopt. En daarom bewonder ik Juliano. Hij weet de begrenzingen van de werkelijkheid door een onverwoestbaar geloof en tomeloze energie uit te buigen in de richting waar hij heen wil. Geloof in zichzelf en in de wereld, een geloof dat bergen kan verzetten.

20150517_095637 (2)

Alleen op het strand van Borizo bedenk ik me dat een dergelijk geloof ieder mens goed zou doen. Tegelijkertijd weet ik dat dat, hier in de stilte, een makkelijk voornemen is om dat geloof aan te wakkeren in mezelf. Ik kijk om me heen, adem de zeelucht, voel de kleine regendruppels op mijn huid. Er vallen gaten in de wolken. De zee verandert in kwikzilver, terwijl met de nagenoeg afwezige branding de stranden van glas lijken.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: