Groen en andere kleuren

CB3

Over het open veld van de Zanderij ligt een gele waas. In de juli zon lijkt het een beetje een eentonige, groengele vlakte. Het harde licht maakt alle kleuren oppervlakkiger en harder, waardoor kleurcontrasten nog verder afnemen. Maar dat betekent niet dat er geen kleur is. Je moet alleen wat beter kijken.

De Zanderij is een laaggelegen vlakte tussen landgoed Duinlust, Kraansvlak en Middenduin. Vanaf het midden van de negentiende eeuw is hier zand afgegraven voor de stadsuitbreidingen van Haarlem en Amsterdam. Het zand werd met schuiten afgevoerd over de Zanderijvaart, die als een winkelhaak het gebied insteekt vanaf de Duinlustweg. Vlak na de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan de zandwinning.

Het is midzomer en in het bos rondom de Zanderij ontbreken de kleuren van voorjaar of herfst. De dennen en eiken vormen een gelijkmatige bruine en groene chaos, de abelen bij het spoor mengen dat palet met wat grijsgroenere tinten. Op de kop van de Zanderij, na het spoortunneltje, vind ik pas weer andere kleuren: het wit van verdwaalde boerenjasmijnen, blauwgrijze zwammen en het geel van geel walstro en open zand.

CB2

Onder de gele vruchtdozen van een esdoorn door zie ik het open veld liggen. Het water wordt aan het zicht onttrokken door brede rietkragen. Wat domineert is groengeel onder helder blauw. Wat een verschil met de kale zilveren vlakte die hier afgelopen winter te zien was!

De bollen die hier van de jaren vijftig tot de jaren negentig werden geteeld, zorgden niet alleen voor de bekende kleurenbanen in het voorjaar. De jarenlange bemesting maakte verschraling nodig, om het gebied om te vormen tot de natte duinvallei die het nu is. De combinatie van schrale grond en schoon kwelwater maken een bijzondere vegetatie mogelijk.

De Zanderij staat inmiddels bekend om het voorkomen van een aantal bijzondere soorten. Botanische toppers die nu in bloei zijn, zoals rondbladig wintergroen en de moeraswespenorchis, heb ik nog niet kunnen vinden. De waterviolieren zijn wel zo’n beetje uitgebloeid, en de parnassia moet nog beginnen.

CB4Opgaand in het grote groen zie ik dat de gele tinten misschien door de droogte komen. Er zijn grote hoeveelheden ratelaars te vinden en de grote wederik bloeit uitbundig. Langs de randen van het dijkje ontdek ik het wit van duizendblad en moerasspirea, naast het wit-roze van zeepkruid.

Wikke brengt wat vrolijke blauw-roze accenten, terwijl her en der boven het groen het diepe roze van kattenstaarten en wilgenroosje en het vale rood van zuring uitsteken. Er is veel meer kleur dan je zou denken.

Genieten van de natuur begint voor mij met goed kijken. En kleur is maar één van de vele ingangen. Ik kan me dan ook vinden in wat Casper Jansen laatst schreef: “… vroeger vond ik natuur saai. Ik wist niets, ik zag niets, ik hoorde niets. Ik vrees dat ik zelf toen heel saai was.”

Deze tekst schreef ik voor het septembernummer van de Toorts, het regionale ledenblad van de IVN Zuid-Kennemerland, met als thema ‘Kleur’. De tekst is licht geredigeerd voor dit weblog.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: