VERWAR(REN!)DE TIJDEN
De laatste tijd ben ik erg bezig met tijd. Niet alleen met het gebrek eraan, dat tegenwoordig een beetje structureel lijkt te zijn, maar vooral met de kwaliteit ervan. Het is goed je af en toe af te vragen waar je jouw tijd aan schenkt, en of je altijd moet ingaan op wat zich aandient.
Waarschijnlijk zijn het de lockdowns, of gewoon de leeftijd. Volgende maand word ik immers 48, en dan overdenk je zo eens wat, zo her en der. Maar het is zeker ook een bepaalde mediamoeheid. Ik ben een beetje klaar met de ophef over uitspraken en daden van mensen die ik niet ken of wil kennen, met de hitserigheid van de media én haar critici. Met de reruns van al gekeken en de opdringing van nieuwe films en series. Met de grijze massa van oppervlakkige en o zo behoeftige digitale uitingen. Het lijkt soms of de time out van de lockdowns ons vooral heeft geïnspireerd tot nog trivialere en idiotere nonsens dan in het oude normaal. Een vlucht naar planet nonsense. Uitzonderingen daar gelaten natuurlijk. Maar het is even genoeg.
Niet dat ik de samenleving achter me laat. Dat gaat niet, en er is genoeg om aan bij te dragen. Hoewel het daar natuurlijk niet of onvoldoende over gaat, omdat de niks-aan-de-handerige ‘fixers’ die aan de macht zijn (of dat graag willen zijn) en diegenen die hen bestoken met lompe tractors en bruine praatjes en anti-wetenschappelijke samenzweringen elkaar in een houdgreep lijken te hebben, en alle debat verstikken. We are being framed, ofzo. Maar genoeg daarover.
Nee, ik ben vooral bezig met mijn eigen omgang met tijd. Er zijn een aantal aanleidingen:
- Na ruim drie jaar zzp-schap ben ik weer vast in dienst, met vaste werkdagen en verplichtingen, en het bekende vraagstuk van privé versus werk. Ik ben er blij mee, maar na de vrijheid van zelf je tijd indelen ben ik weer gebonden. Verlof gaat niet meer zomaar, spontaan iets anders doen is er niet meer bij. En dat is weer wennen.
- Een dierbare is op zoek gegaan naar de oorzaken van zijn uitstelgedrag. En dat is gedrag dat ik herken, bij mezelf en binnen mijn familie. Is dat aangeboren, of aangeleerd?
- Voor mijn werk lees ik veel. Een van de laatste boeken die ik las was Onderweg, van Bente van der Wouw. Haar verhaal over haar pelgrimstocht naar Santiago transporteerde me weer terug naar mijn eigen tocht, en vooral naar de twee weken die ik alleen liep. En van daaruit naar mijn oerbehoefte om regelmatig alleen te zijn, om te kunnen ademen. Men noemt dat vaak ‘loze tijd’, maar ik besef dat het voor mij de ‘kerntijd’ is, waar de rest uit voortvloeit.
- Ik heb nu ongeveer tien jaar een smartphone, en dat heeft mijn omgang met tijd behoorlijk veranderd. Het is een bekende klacht. Niet alleen heb ik nu altijd de tijd bij me, maar ook een permanente bron van afleiding, die me weghoudt van het hier-en-nu en mijn directe omgeving. Ik wil me er anders toe verhouden.
Maar het is niet het enige. In mijn leven nu draait nog veel om wat ik heb mee gemaakt. Ik heb voor mijn gevoel te lang op de automatische piloot moeten leven, in de veronderstelling van een buitenwereld met verwachtingen. De dwang van mantelzorg, een gezin en veeleisend werk hebben mijn omgang met tijd grondig verstoord. Altijd is er wel een stem die me zegt dat ik meer moet, anders moet, niet genoeg doe, het heb laten liggen. Die stemmen heb ik geïnternaliseerd, en dat verlamt me tot op de dag van vandaag.
En dat allemaal houdt me dus allemaal een beetje bezig, tussen de bedrijven door. De tijd zal het leren.
♣
Bronnen:
- Afbeelding: uit Why Time Flies, Wall Street Journal, 23 January 2017
- Bente van der Wouw, Onderweg – op weg naar Santiago, op zoek naar mezelf, Spectrum, 2022
Geef een reactie