ONZEKERHEDEN

Laatst vroeg een collega mij of ik niet heel erg gedeprimeerd raak van al die klimaatboeken die ik lees. Het antwoord is nee. Ik kan me voorstellen dat het onderwerp mensen afschrikt, maar eigenlijk zijn de meeste boeken over klimaat geschreven door mensen die betrokken zijn bij de wereld en hun onderwerp en daar bevlogen en met kennis van zaken over schrijven.
Wat verscholen zit in de vraag van mijn collega is een cognitieve dissonantie, die ik ook bij mezelf herken. We weten het, maar dit vertaalt zich niet in politiek handelen. We willen eigenlijk niet weten hoe erg het is. Bruno Latour, de vorig jaar gestorven Franse wetenschapsfilosoof, weet dat ooit aan het schaalprobleem dat aan het klimaat kleeft:
De aarde is in de politiek symbolisch aanwezig geweest – in schilderkunst, in mythologie – maar nooit letterlijk. Dus is het een complete noviteit voor elke cultuur, elke samenleving, elke beschaving, en de noviteit ervan vereist compleet ander gereedschap. Niet alleen wetenschappelijk gereedschap, maar ook mentaal – of zoals men zegt, cognitief gereedschap. En daarvoor is het aantal bronnen niet ongelimiteerd, dus de enige oplossing die mensen hebben gevonden is te zeggen: laten we het ding niet laten gebeuren en laat ons het zoveel mogelijk ontkennen. Dus dit is waar we zijn. Dit is de tekortkoming: er is geen gereedschap. Het is nieuw en de reactie is voor een groot deel wat je zou doen als je een ongeneeslijke ziekte had: je voorkeur zou zijn het te negeren.
Dit schaalprobleem maakt het ook moeilijk om de klimaatcrisis politiek te maken. De manier om dit te tackelen is volgens Latour via drie ingangen. De eerste is esthetisch, in de zin van het kweken van een gevoeligheid, bijvoorbeeld via kunst, als een manier om een probleem invoelbaar te maken, al dan niet in combinatie met de tweede ingang, de wetenschap. De derde ingang loopt via de controverses, die we moeten gaan benadrukken. Kunst maakt het ecologische probleem invoelbaar, wetenschap levert de feiten, en de controverses zijn ‘een manier om mensen te laten weten dat het niet gaat om wetenschap of politiek, maar om een soort verstrengelde kwestie, waarbinnen al deze vragen feitelijk onzeker zijn.’ Volgens Latour moeten ecologische vragen daarom controversieel zijn, dat is juist het punt dat voortvloeit uit hun complexiteit. En omdat we er niet voor kunnen weglopen moeten we die controversiële complexiteit benadrukken en verduidelijken, ook als dat duidelijk maakt dat de antwoorden nog veel moeilijker zijn.
♣
Dat komt neer op ‘staying with the trouble’: de controverse uithouden, zonder meteen antwoorden te hebben. In onze samenleving is dat lastig, omdat we weten niet meer hoe te leven met onzekerheden. Volgens Kathleen Dean Moore, filosoof en natuurschrijver, leidt de ecologische crisis bij ons tot verlamming, en vervolgens tot ofwel blinde hoop, ofwel blinde wanhoop. Beide diskwalificeert ze als manieren om verantwoordelijkheid te vermijden. De keuze tussen hoop en wanhoop is voor Dean Moore ‘een valse dichotomie: tussen beide ligt een breed moreel terrein dat ‘integriteit’ heet.’
Ik heb ergens iets tegen deze benadering, omdat Dean Moore vooral weer de individualistische ingang lijkt te nemen: de collectieve verantwoordelijkheid lijkt uit beeld. Maar haar conclusie kan ik alleen maar onderschrijven: ‘we moeten verder gaan dan hoop: leven op dit moment in de tijd draait om de vraag wat het betekent om een fatsoenlijk mens te zijn in een bijzonder moeilijke tijd.’ Als we die conclusie dan, Latour indachtig, politiek weten te maken ben ik helemaal mee.
♣
© Buitendijks, 2023
Bronnen:
Geef een reactie