REMMENDE MYTHEN

Een paar jaar terug las ik een intrigerend interview met sociaal geograaf Alastair Bonnet, op de website van het Dark Mountain Project, waarin hij vertelde over zijn interesse in de ecologische crisis en dan met name in de aspecten van verlies en nostalgie eromheen. Het gebrek aan erkenning voor ecologisch verlies – of beter gezegd, de regelrechte ontkenning ervan in bepaalde kringen – verbaast hem:
Er lijkt een soort weigering, een soort massale ontkenning te zijn van wat mensen door hun vensters zien. Je hoeft niet erg oud te zijn om ecologisch verlies te hebben ervaren en het is niet beperkt tot een bepaald deel van de wereld: je kunt mensen overal aanspreken – in Latijns-Amerika, in Europa, in Azië – en ze zullen het je vertellen. Mensen hebben er verschillende verhalen over, maar het is verontrustend hoeveel intellectuelen – vooral radicale intellectuelen – in staat zijn geweest om de bewijzen van hun eigen ogen te ontwijken en het milieu in het beste geval te framen als gewoon een andere ‘kwestie’, in het slechtste als een romantische mythe.
Als de ecologische crisis al een kwestie is dan is het de Moeder aller Kwesties.
♣
Maar Bonnett gaat verder, met een andere mythe, die vooral opgeld maakt in intellectuele kringen, namelijk dat er niet zoiets is als natuur. Dat ‘natuur’ een mythe is of een sociaal construct. Volgens Bonnett is dat een coping strategy: een manier voor de psyche om om te gaan met verlies, trauma of dreiging: ‘het is een ongelofelijk populaire positie om in te nemen in de sociale wetenschappen en veel van de zogenoemde ‘critical’ environmentalism. Het is op dit moment min of meer de hegemonische wijsheid in bepaalde kringen. Inleidende boeken die studenten krijgen over ecologisch denken starten met de claim dat natuur een ‘sociaal construct’ is. Dus hoewel milieubewustzijn op veel manieren groeit in de wereld wordt het uitgehold in de universiteiten, precies de plaatsen waar het zou moeten worden uitgebreid en verrijkt.’
♣
Nu denk ik dat het met deze observatie van Bonnett wel meevalt, en dat het sociaal geconstrueerde denken op zijn retour is. Hoe meer de crisis aan onze deur klopt en de media gaat vullen, hoe serieuzer het zal worden genomen. Ik moet ook altijd meteen denken aan Kate Soper’s heerlijk verwoestende reactie op de linguistic turn, oftewel het verwante idee dat de werkelijkheid alleen in taal bestaat, oftewel taalkundig geconstrueerd is: ‘Om kort te gaan, het is niet de taal die een gat in zijn ozonlaag heeft; en het echte ding wordt nog steeds vervuild, terwijl wij ons deconstructieve inzichten verfijnen op het niveau van de betekenaar.’
♣
En als we het dan toch over hardnekkige mythes hebben dan is de grootste mythe natuurlijk die van de markt. Daar zijn al zoveel woorden aan gewijd, dat de volgende quote van Edward Luttwak volgens mij volstaat:
‘Ik geloof dat men precies zoveel marktefficiëntie moet hebben als men nodig heeft. Omdat alles wat we waarderen in een mensenleven binnen het domein van de inefficiëntie valt: liefde, familie, sociale banden, gemeenschap, cultuur, oude gewoontes, comfortabele oude schoenen.’
En ook onze biosfeer, en al het leven dat het herbergt.
© Buitendijks, 2023
Bronnen:
- Beeld: Jean-Pierre Brungs, via wikimedia
- Alistair Bonnet, Dark Mountain issue 13, interview by Tom Smith
- Kate Soper, What is Nature?, Oxford: Blackwell, 1995, p. 151.
- Quote marktefficiëntie: Edward Luttwak in The Guardian
- Vertalingen: Buitendijks
Geef een reactie