DICHTER TOT DE VROUW – (III) H.D.
H.D., oftewel Hilda Doolittle (1886-1961), is een complexe vrouw in een tijd waarin de vrouw niet geacht werd complex te zijn. Zo stopt ze met haar studie, omdat ze de druk niet aankan. Dan leeft ze enige jaren als een kluizenares, om in 1912 plotseling te besluiten haar studievriend Ezra Pound achterna te gaan en zich vanuit Amerika in het bruisende literaire leven van London te storten. Het tekent H.D.’s leven: gedecideerd, maar hypergevoelig; eigenzinnig, maar afhankelijk – een onmogelijke vrouw.
In 1916 publiceert ze o.a. ‘Sheltered Garden’, waarin ze opstandig het leven in de ogen kijkt:
I’ve had enough
I gasp for breathEvery way ends, every road,
every foot-path leads at last
to the hill-crest –
then you retrace your steps,
or find the same slope on the other side,
precipitate.
In deze regels ligt al de kern voor haar feminisme. Ze wil weg van de beperkende burgerlijke moraal, van de beschermde, aangeharkte omgeving, omdat ze voelt dat het leven meer is dan dat. Haar leven mist zout en wind en vitaliteit en verval – het is een geparfumeerd stilleven, voor haar gevoel door de mannen in haar wereld voor haar gearrangeerd:
For this beauty,
this beauty without strength
chokes out life.
I want wind to break,
scatter these pink-stalks,
snap off their spiced heads,
fling them about with dead leaves –
spread the paths with twigs,
limbs broken off,
trail great pine branches,
hurled across the melon-patch,
break pear and quince –
leave half-trees, torn, twisted
but showing the fight was valiant.O to blot out this garden
to forget, to find a new beauty
in some terrible
wind-tortured place.
H.D. roept hier uitdagend om een storm, maar daar krijgt ze meer van dan ze aan kan. Het jaar 1919 is haar rampjaar. Haar broer sneuvelt in de oorlog, haar vader sterft, ze scheidt van haar man, die hun dochter niet als de zijne erkend, haar vriendschappen met Pound en D.H. Lawrence worden verbroken, ze overleeft ternauwernood een zware griep en ze krijgt een zenuwinzinking. Een draaikolk van gebeurtenissen, waar ze jarenlang last van blijft houden. Het definieert haar feminisme, leidt haar naar een lesbische liefdesrelatie en naar intensieve behandelingen door Sigmund Freud. En ook naar haar lange, zelfbewuste en feministische meesterwerken van rond de Tweede Wereldoorlog.
H.D.’s poëzie is soms te veel om te behappen. Pound schaarde haar in 1912 onder de ‘Imagisten’, een dan vernieuwende stroming dichters die werken vanuit pure, verstilde beelden, zonder hoogdravende retoriek of lyrische franje gebracht. Maar H.D. is allesbehalve verstild: haar karakter en vooral haar vroege poëzie heeft echter meer van een draaikolk, een vortex, een diepe, woedende, wervelende kracht, van waaruit, waardoor en waarin haar ideeën zich werpen. Alles lijkt daarin een strijd, maar het is een strijd die poëzie oplevert van een overweldigende intensiteit en kracht.
Door de woorden schijnt een vrouw die misschien wel te intens was voor het leven. Maar ze tonen vooral de heldhaftigheid van haar gevecht.
————
Bron: H.D., “Sheltered Garden” in: H.D. – Selected Poems, New Directions, New York, 1988
Geef een reactie