DICHTER TOT DE VROUW – (V) ELIZABETH BISHOP

Zelfmedelijden brengt geen meesterwerken voort. Elizabeth Bishop (1911-1979) wel, waarschijnlijk ook omdat ze zelfmedelijden resoluut afwees. Misschien accepteerde ze wel gewoon dat ellende bij het leven hoort. Of, wie weet, zag ze dat elke schaduw ook de aanwezigheid van licht impliceert; dat schaduw in wezen het licht en het leven mogelijk maakt.

Bishop kwam met haar reizen en haar onafhankelijkheid los van de beperkingen die vrouwen als Dickinson, Rossetti en H.D. nog tegenhield. Ze was daartoe in staat door de grote erfenis van haar vader, die stierf toen ze heel klein was. Zo leidde ze tot haar dood een ongebonden bestaan van reizen en schrijven. Het betekende echter niet dat haar leven van een leien dakje ging.

Toen ze vijf was werd haar moeder opgenomen in een sanatorium; de familie die haar opving behandelde haar altijd als een gast. En zo was Bishop vanaf het begin al een buitenstaander. Ze was vrouw, lesbisch bovendien, een wees, een depressieve en alcoholische astmalijder, een ontwortelde wereldreizigster. Maar dit was tegelijkertijd haar grote kracht: de afstandelijkheid voedde haar rake, objectiverende observaties, waarachter de lezer toch een diep voelende geest gewaarwordt. Het dichterlijke ego staat buiten de wereld, is teruggebracht tot een minimum. We krijgen een beeld van die wereld, niet van de dichteres. Zo staat ze vooral in het verlengde van Moore, met wie ze contact had vanaf haar studietijd.

‘Seascape’ geeft een perfect plaatje, vol zwevende eilanden, maagdelijk witte reigers en sierlijke bogen, en vervolgens het tragi-komische en ondermijnende element van de knokige vuurtoren aan het eind:

This celestial seascape, with white herons got up as angels,
flying as high as they want and as far as they want sideways
in tiers and tiers of immaculate reflections;
the whole region, from the highest heron
down to the weightless mangrove island
with bright green leaves edged neatly with bird-droppings
like illumination in silver,
and down to the suggestively Gothic arches of the mangrove roots
and the beautiful pea-green back-pasture
where occasionally a fish jumps, like a wild-flower
in an ornamental spray of spray;
this cartoon of Raphael for a tapestry for a Pope:
it does look like heaven.
But a skeletal lighthouse standing there
in black and white clerical dress,
who lives on his nerves, thinks he knows better.
He thinks hell rages below his iron feet,
that that is why the shallow water is so warm,
and he knows that heaven is not like this.
Heaven is not like flying or swimming,
but has something to do with blackness and a strong glare
and when it gets dark he will remember something
strongly worded to say on the subject.

De feministische uitleg zou zijn dat Bishop hier een mannelijke autoriteit belachelijk maakt. Maar hoewel Bishop zeker een vrijgevochten vrouw was, ontbreekt die feministische lading volledig. Bishop was fel gekant tegen het indelen van kunst langs lijnen van gender of seksuele voorkeur en weigerde opgenomen te worden in anthologieën met alleen vrouwen. Waar ze op afgerekend wilde worden was de kwaliteit van haar werk.

Eerder ondergraaft ze hier het calculerende intellect, dat meningen en denkbeelden spuit terwijl de omgeving simpelweg leeft. En zo is de hemel wellicht juist wél ‘zwemmen en vliegen’ in een tropisch paradijs, maar ontzegt ons ego, net als bij de vuurtoren, ons daartoe de toegang.

Misschien is dat ook waarom Bishop het autobiografische en zelfonthullende zoveel mogelijk weert uit haar werk. Ze schreef zich niet de wereld in, maar ze schreef om de wereld in volle omvang bij haar binnen te laten komen. Zo raakte ze een stukje hemel aan.

————

Bron: Elizabeth Bishop, “Seascape” in Complete Poems, Chatto & Windus, London, 2004

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: