Spoken

Over stilte en eenvoud schrijf ik veel. Uit behoefte en verlangen, denk ik. Ik herken me in de gedachten van Petra Possel, die vroeg haar man verloor en uit Amsterdam naar Friesland trok, omdat ze ‘wilde dat het leven weer langzaam werd’.

Maar er zit een vreemde twist aan dat zoeken naar eenvoud. Ik bedacht me dat hoe meer eenvoud en stilte je inbouwt, hoe eigengereider en authentieker je wordt. En dat die stilte en eenvoud daarmee individuele authenticiteit bevordert, en daarmee indirect diversiteit. Immers, hoe meer je tot jezelf komt, hoe minder je je aantrekt van de meningen van anderen over jou, en hoe meer mensen dat doen, hoe diverser de populatie wordt. Een fijne schijnbare tegenstelling: hoe eenvoudiger, hoe veelvoudiger.

Hussem’s eenvoud

Dat soort gedachten dreven de afgelopen weken zo af en toe binnen bij me, als bij eb en vloed. En toen stond ik zomaar in een museum in onze thuisstad, tegenover een (al zeg ik het zelf) nogal saai en simpel doek van Willem Hussem, met daarnaast een quote van de schilder:

Hussem Compositie 1962“Ik heb er een leven aan gewerkt om mijn werk zo eenvoudig te krijgen. Ik moet die eenvoud elke keer op mezelf veroveren.” […] “In mijn werk zit, net als in mijn verzen, ook het wit van de stilte, het weglaten van het overbodige. Het gaat om het zien van de essentie. Als je die ziet dan geeft het je een schok.”

Die schok was bij mij uitgebleven toen ik het doek zag, of het moet een schok van verveling zijn geweest. Hier las ik een visie op eenvoud die bekend klonk, maar die ik totaal niet voelde als ik naar het resultaat keek. De essentie van Hussem, kortom, bleek LEEG.

Armando’s heftigheid

Armando Fahne 5 1982_2Naast het schilderij hangt Fahne 5 van Armando. Het is een schilderij dat me wel raakt. Het roept op geen enkele manier eenvoud bij me op. En dat klopt met de begeleidende quote van de meester zelf:

 “In mijn ogen was het volslagen belachelijk dat je, na al die uitwassen van het kwaad, gewoon met dat verfijnde, vooroorlogse gedoe doorging. Bonnard en al die geschilderde levensvreugde, onzin vond ik dat.

Nee, de verfijnde kanten van de kunst heb ik damals aan m’n neus voorbij laten gaan. Ik hield meer van het harde expressionisme: Munch en Soutine. De heftigheid en de hysterie in die schilderijen vond ik prachtig. Dat bewonderde ik ook in de kunst van de Cobra-schilders. Daar klonk de oorlog zo duchtig in na.”

Spoken

Verborgen achter Hussem’s eenvoud spookt het. Het ‘overbodige’ laat zich immers niet zomaar tot overbodig bestempelen. De veelvoud laat zich niet uitsluiten en vecht terug.

Nee, dan kun je beter zorgen dat het spookt op het doek. Zie Armando. Daar word je pas stil van…

Bronnen:

  • Petra Possel, De Stad Uit, Uitgeverij Podium, Amsterdam, 2019
  • Willem Hussem, Compositie, 1970, Frans Halsmuseum, Haarlem
  • Armando, Fahne 5, 1982, Frans Halsmuseum, Haarlem

1 Comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: