Dwarse bomen
Op het veldje, in een hoek van landgoed Leyduin dicht tegen het hek en de hoge wanden van de naastgelegen industrie, ligt op een aarden wal een dwarsboom opgebaard. De overledene was ooit een struise den, nu een kale stam met twee warrige uiteinden. Dikke ijzeren bouten en spijkers in het hout doen vermoeden dat de boom ooit hardnekkig levenslustig was, misschien ook nog wel in horizontale toestand.
De boom op Leyduin is geen zuivere dwarsboom. Daarvoor moet het niet alleen, zoals Kees Duinker het uitdrukt, ‘horizontaal van karakter’ zijn, maar ook leven. Die levenskracht heeft deze boom daarom maar overgebracht op het leven er omheen: de meerpotige kruipers en opruimers en de klauterende tweevoeters.
Echte dwarsbomen
Je ziet dwarsbomen niet zo vaak. Niet iedere boomsoort leent zich ertoe, het maakt voor de overlevingskansen uit of ze vrij staan of in het bos, en meestal worden ze snel weer opgeruimd. Ik herinner me een imposant geval, een gigantische populier, in het Weegje bij Gouda, dichtbij een meter in diameter, die horizontaal vrolijk verder leefde. De dikke takken kozen de weg omhoog, houvast biedend voor een droog wandelingetje over de stam boven het zompige bos waar de boom gevallen was. Het wortelgestel torende een meter of vier boven het naastgelegen pad, met een levendige kleine poel ernaast, vol kikkervisjes en watermunt. Prachtig, maar op een gegeven moment was hij toch een prooi voor het beheer.
Soorten
Het zijn vaak de snelle groeiers, zoals populier en wilg, die dwarsbomen worden. Tragere groeiers, zoals eiken, kunnen niet goed tegen een drastische kink in de aanvoerleidingen voor vocht en voeding, en leggen eerder het loodje. Dat betekent niet dat ze het horizontale helemaal schuwen, maar die toestand is dan meestal langzaam gegroeid, bijvoorbeeld in de duinen onder invloed van de harde zeewind en schrale groeiomstandigheden. Maar het is allemaal leven dat een weg zoekt, zich aanpast, als het moet horizontaal.
Levensbrengers
Zoals gezegd, zelfs als de boom het niet redt biedt het volop kansen voor nieuw leven. In de recente Tegenlicht-aflevering was bijvoorbeeld te zien hoe een dode woudreus een voedingsbodem is voor haar nakomelingen. Die nakomelingen, inmiddels ook alweer reusachtig, stonden op hoge poten en in een rechte rij, boven de ruimte die de inmiddels volledig verteerde moederboom achtergelaten had. Logisch dat de meeste bosbeheerders dood hout meestal laten liggen in het bos. Niets in de natuur gaat verloren, alles wordt aangegrepen voor een nieuw begin.
Dwarse kunst
Maar terug naar de dwarsbomen: afgelopen zomer liep ik rond het bezoekerscentrum in de duinen langs een kunstige variant. Het gladde hout en de afgezaagde stompen wezen alle kanten op. Ondanks het ontbreken van bladeren en groei straalde de boom kracht uit. En in de weekenden wemelt het hier van de kinderen. Ook op die manier brengen gevallen bomen leven in de brouwerij.
♣
Bronnen:
- Kees Duinker, Van Broekboom tot Boomgek, Uitgeverij Amber, Amsterdam, 1989
- VPRO Tegenlicht, afl. In de Ban van het Bos, 8 september 2019
- Foto’s: © Buitendijks 2019
Deze tekst schreef ik voor het novembernummer van de Toorts, het regionale ledenblad van de IVN Zuid-Kennemerland, met als thema ‘Natuurkracht’. De tekst is licht geredigeerd voor dit weblog.
Geef een reactie