ROMANTISEER EENS WAT MEER…
Ik ben aanwezig bij een debatavond over ‘Ecologie als leidraad voor economie’ in Pakhuis de Zwijger. Het is 17 december 2018, ver vóór corona en stikstofcrisis.
Ik hoor over drie cases waarin ecologie een economische motor wordt: Fairchain coffee in Ethiopië, een biologisch boerenbedrijf uit Friesland en het veranderde Waterschap Schieland. Het gaat over gesloten kringlopen, over de zon als enige bron van energie en diversiteit als vangnet en risicospreider. Ik hoor voor het eerst over Griscombe en zijn lijst van twintig meest effectieve mitigatiemaatregelen. Het gaat over CO2-belastingen als maatregel om balans terug te brengen in de economie en over een casus in natuurontwikkeling en uitruil van eigendommen op de Utrechtse Heuvelrug, dat de vraag oproept wie er voor verandering betaalt, en wie er juist ontvangt.
Wat het meeste opvalt: hoe makkelijk iemand die zegt dat we moeten leren van de natuur terugvalt in technisch managementjargon, vooral als hij moet uitleggen dat de Nederlandse regering zijn organisatie, dat meer dan de helft van onze natuur in beheer heeft, economisch rendement oplegt, en dat hij daar alle begrip voor heeft.
Want we zijn een moderne organisatie, we moeten de natuur niet vermenselijken of ophemelen. En we kunnen zeker niet terug in de tijd, terug naar de natuur van Ot en Sien…
♣
Maar kunnen ze dat echt niet? Of willen ze dat niet?
Ons ruimtegebruik staat onder druk. Ik stel daarom voor om juist uitgebreid te romantiseren, om te fantaseren wat die natuur in Nederland zou kunnen worden. We zouden in gedachten kunnen terugkeren naar Ot en Sien, of elders in de geschiedenis, gewoon als oefening (immers,“‘het verleden romantiseren’ is een bekende beschuldiging, meestal geuit door mensen die denken dat het volwassener is de toekomst te romantiseren”!) We zouden onze verbeelding volkomen vrij kunnen laten, kunnen dromen over Hollandse ‘jungles’. We zouden onze verbeelding kunnen gebruiken om ons te verplaatsen in al het leven dat er in ons land groeit, bloeit, rondloopt en -zwemt of langs vliegt. En dan zouden we kunnen kijken wat we kunnen doen of wat we kunnen laten om het werkelijkheid te maken. Niet alles hoeft beheerd en berekend te worden.
In plaats van de huidige kruideniersmentaliteit: verbeelding en verbinding. Die horen namelijk bij elkaar: in een artikel in de New York Review of Books noemde Namwali Serpell het maken van verbinding met de ander (dus ook met de natuur) ooit ‘een vergoten van je geest om de positie van anderen te omvatten’. Serpell merkt daarbij tenslotte het op dat deze manier van verbinden met anderen ‘geen toerisme is’:
Net zo min is het een totale bezetting – er is geen ‘assimilatie’ van het zelf en de ander. In plaats daarvan doe je een actieve, verbeeldingsrijke poging buiten je eigen omstandigheden te treden en een tijdje te blijven waar je welkom bent.’
In dit licht haalt Serpell tenslotte een prachtige uitspraak van Hannah Arendt aan: ‘men traint zijn verbeelding om op visite te gaan’. Op visite in de natuur, lijkt me een goed plan…
♣
P.S.: pas na het publiceren van bovenstaande tekst stuitte ik op een bewaarde quote van Novalis, die over romantiseren het volgende zei: ‘
De wereld moet geromantiseerd worden. Alleen dan ontdekken we opnieuw haar oorspronkelijke betekenis. … Wanneer ik het alledaagse een hogere betekenis geef, een mysterieus aspect aan het gewone, de waardigheid van het onbekende aan het bekende … dan romantiseer ik het.
♣
© Buitendijks, 2023
Bronnen:
- Beeld: Caspar David Friedrich, Klosterfriedhof im Schnee
- ‘Ecologie als leidraad voor economie’ – debatavond Pakhuis de Zwijger, 17 december 2018
- Quote Namwali Serpell: New York Review of Books
- Quote Paul Kingsnorth: Orion Magazine
- Quote Novalis: uit Antoine Berman, The Experience of the Foreign, 1992
- Vertalingen: Buitendijks
Geef een reactie